Meer weten over de omgevingswet?

Heeft u een vraag en mist u het antwoord hierop? Stel uw vraag dan gerust via info@assen.nl

Vragen & antwoorden

De Omgevingswet is een nieuwe wet die voor heel Nederland geldt. Hierin staan alle wetten en regels voor de echte leefomgeving. Het is dus een wet die gaat over alles wat u buiten ziet, hoort of ruikt.

Sinds 1810 zijn veel verschillende wetten en regels gemaakt voor de buitenruimte. Wetten voor bodem, water, wegen, milieu, monumenten, natuur, geluid en nieuwbouw. Deze wetten zijn niet alleen ingewikkeld maar ze spreken elkaar soms ook tegen. Daarnaast worden er verschillende woorden gebruikt terwijl hetzelfde bedoeld wordt. De losse regels en wetten houden ook vaak de ontwikkeling van vernieuwing en duurzame plannen tegen. Daarom worden 26 wetten en een paar honderd afspraken over uw woning en alles daaromheen makkelijker gemaakt. Deze wetten worden samengevoegd in één Omgevingswet.

Inwoners merken misschien eerst niets van de Omgevingswet. Maar wel wanneer u iets wilt verbouwen aan uw huis of tuin. U heeft dan een vergunning nodig en dat gaat straks anders dan eerst. U zoekt de regels op in een nieuw online loket. Het Omgevingsloket. In dat loket kunt u controleren of u een vergunning nodig heeft. Deze kunt u ook direct aanvragen. Maar let op: maak vooral gebruik van het Omgevingsoverleg van gemeente Assen. Wilt u iets bouwen, plaatsen of een feest in de buitenlucht organiseren? Dan is het belangrijk dat u de mensen in uw omgeving over uw plan vertelt. Dit kan namelijk voor uw omgeving een positief of negatief gevolg hebben. Dit heet participatie.

De Omgevingswet zorgt er ook voor dat u kunt meepraten over de Omgevingsvisie, het Omgevingsplan en de uitvoering in Assen. Dat kan nu ook al maar de Omgevingswet vraagt u om met ons mee te denken.

Het begin is om via inwonersparticipatie de kennis en ervaring, creativiteit te gebruiken. Dit halen we van inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners. Hierdoor kunnen we samen de beste keuzes maken voor Assen.

In de meeste situaties is participatie slim, maar niet verplicht. Voor een aantal situaties heeft de gemeenteraad laten weten dat participatie wél verplicht is. Dit is opgeschreven in een lijst die in gaat vanaf het moment van invoering van de Omgevingswet.

Eigenlijk wij allemaal. Inwoners, ondernemers en overheden zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit en ontwikkeling van de buurten waar wij leven. Gemeenten leggen in hun Omgevingsplan niet alles meer tot in detail vast. Dit werd eerst in bestemmingsplannen wel gedaan. Door plannen algemener te beschrijven ontstaat ruimte voor initiatiefnemers om hun plannen uit te werken. Zij moeten daar wel geïnteresseerde bij betrekken (participatie). De gemeente krijgt een meer adviserende en controlerende rol.

We hadden eerst verschillende bestemmingsplannen. Nu hebben overheidspartijen ongeveer zeven jaren de tijd alle regels overzichtelijk in één plan te zetten. Overheden hebben tot 2029 de tijd om dit plan helemaal in te vullen. Gemeenten werken eerst met een tijdelijk plan. Het is veel werk en duurt een periode voordat alles in de puntjes is geregeld, zoals de Omgevingswet het bedoelt.

Een belangrijke verbetering van de nieuwe wet is dat de echte leefomgeving bij het invullen van plannen nog beter betrokken wordt. Dit zijn onderwerpen als energietransitie, duurzaamheid, sociale en maatschappelijke uitdagingen. De bedoeling is dat de kwaliteit van de leefomgeving verbetert en dat het proces over de invulling van de buitenruimte sneller gaat. Daar hebben alle inwoners en ondernemers hun voordeel van. Ambtenaren en inwoners hebben in de toekomst via het Omgevingsloket toegang tot dezelfde informatie. Bovendien gaat het aanvragen van een (omgevings-)vergunning straks sneller als de vergunningaanvraag van te voren besproken is met de betrokken partijen.

De huidige omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is een vergunning die vaak wordt aangevraagd. De Omgevingswet gaat verandering brengen in de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Nu kennen wij die als de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Voor de Omgevingswet zijn voor de activiteit bouwen twee verschillende omgevingsvergunningen nodig: een omgevingsvergunning voor een technische bouwactiviteit (1) en een omgevingsvergunning voor een Omgevingsplanactiviteit (2). Deze scheiding noemen we 'de knip'.

Nu controleren we een vergunningsaanvraag onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een aanvraag aan het bestemmingsplan, de bouwverordening, de eisen uit het Bouwbesluit 2012 en de welstandseisen. Als het bouwplan voldoet aan deze eisen dan moet de omgevingsvergunning worden verleend. Met de iemand die actie onderneemt eerst duidelijk krijgen of het wel mogelijk is om een bouwplan echt te maken. Voordat het plan verder (technisch) wordt uitgewerkt. Dat scheelt tijd. De ontwikkelaar zit als initiatiefnemer in een vroege fase bij de betrokken partijen aan de tafel. Dit is voor de verdere uitwerking van het bouwplan.

Bij een omgevingsvergunning voor een technische bouwactiviteit wordt het bouwplan gecontroleerd volgens de regels voor de technische bouwkwaliteit. De regels voor technische bouwkwaliteit staan in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Deze controle is te vergelijken met de controle van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Dit valt onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De Wabo komt voort van de eisen van uit het Bouwbesluit 2012.

Op grond van de Omgevingswet is het verboden zonder omgevingsvergunning een (technische) bouwactiviteit uit te voeren. Een omgevingsvergunning voor de technische bouwactiviteit is. Bij de Omgevingswet zijn meer (technische) bouwwerken vergunningsvrij. In de regelgeving van dit moment is dit alleen mogelijk in een achtererfgebied. Ook gelden er verschillende voorwaarden als het bouwwerk op een afstand van minder of meer dan vier meter van het hoofdgebouw ligt. Ook vergunningsvrije bouwactiviteiten moeten voldoen aan de algemene regels uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld de regels die gelden voor nieuwbouw en slopen. Bij vergunningsvrij bouwen kan het bevoegd gezag bij strijd met de technische regels repressief (tijdens en na de bouw) handhavend optreden.

Heeft u een vergunning nodig bij een klein of groot plan? Dan bespreekt u dit van te voren met ons in een overleg. Dit het Omgevingsoverleg. Dit kunt u aanvinken in het Omgevingsloket of meteen bij ons aanvragen. Dat kan u tijd, kosten en bezwaren schelen.

In het landelijke Omgevingsloket kan iedereen informatie over de fysieke leefomgeving op één plek bekijken en direct gebruiken. Alle gemeenten, provincies en waterschappen zijn hierop aangesloten. De vragen en uitleg nemen u mee door het systeem. 

Het Omgevingsloket bestaat uit vijf onderdelen. Mensen die gelijk actie ondernemen kunnen bijvoorbeeld controleren of ze een vergunning nodig hebben of een melding moeten doen. Ook kunnen ze regels op een kaart bekijken, een Omgevingsoverleg aanvragen (voorgesprek) of een aanvraag indienen.

Het Omgevingsoverleg is een verkennend gesprek met gemeente. We kijken met u mee of uw plan haalbaar is en denken met u mee wat nodig is voor uw vergunning.

Bij de Intaketafel van de gemeente zit u met meer mensen van de gemeente bij elkaar om samen uw plan te bespreken Zo kunnen we samen oplopen en meedenken voordat u uw vergunning aanvraagt. Dat werkt prettig voor iedereen.

Bij een Omgevingstafel gaat u in gesprek over uw plan met bijvoorbeeld inwoners, ondernemers, gemeente, het waterschap, de provincie, het Rijk, de omgevingsdienst en experts. Zo heeft u alle belangen, regels, kaders en nog te doen acties snel helder. Alle partijen denken met u mee, toetsen vooraf uw plan om uw vergunningsaanvraag informeel goed voor te bereiden. Alle partijen denken met u mee, toetsen vooraf uw plan om uw vergunningsaanvraag informeel goed voor te bereiden. Met deze werkwijze heeft u al een flinke basis voor uw vergunningsaanvraag.

De vergunning voor een bouwactiviteit kan binnen 8 weken worden verleend. Een uitgebreide procedure voor complexe plannen duurt tot 26 werken.

Net als bij een verbouwing staat ook bij de Omgevingswet nog niet alles meteen op z’n plek. Alle losse wetten en regels vallen straks onder één nieuwe wet. Dat is nieuw. Bovendien gaan we als inwoners, ondernemers en overheid anders met elkaar samenwerken. Dat zal in het begin wennen zijn. Uiteindelijk gaan we ervan uit dat met de Omgevingswet de besluitvorming beter wordt en sneller gaat. Daardoor kunnen plannen sneller uitgevoerd worden.

De Omgevingswet eist dat elke gemeente een Omgevingsvisie en een Omgevingsplan heeft. In een Omgevingsvisie staan de toekomstplannen van een gemeente. In een Omgevingsplan zijn alle juridische regels bepaald. Straks worden bijvoorbeeld de bestaande bestemmingsplannen en de Verordening Fysieke Leefomgeving in het Omgevingsplan opgenomen. Niet elke gemeente is even ver en we hebben tot 2029 de tijd om alle bestemmingsplannen om te zetten naar Omgevingsplannen.

Heeft u vragen over de Omgevingswet? Kijk ook op de site van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO), www.aandeslagmetdeomgevingswet, de waterschappen of Provincie Drenthe. U kunt ook terecht bij het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO).

De Wet Kwaliteitsborging Bouwen treedt tegelijk met de Omgevingswet definitief in werking. Hiermee gaan we van traditioneel bouwtoezicht naar het bouwen onder kwaliteitsborging. Een gecertificeerde private kwaliteitsborger moet in opdracht van de bouwende partijen bij de gemeente een verklaring afgeven dat het bouwwerk technisch gezien voldoet aan de gestelde regels.

Wilt u iets bouwen, plaatsen of een feest in de buitenlucht organiseren? Neemt u de eerste stap? Dan is het belangrijk dat u de mensen samen brengt waar uw plan een positief of negatief gevolg op heeft. Dat heet participatie. Een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet en startpunt van ons.