Veelgestelde vragen - Transitievisie Warmte

In Nederland gebruiken wij een grote hoeveelheid aardgas. Het gebruik van aardgas zorgt voor CO2-uitstoot en dit leidt tot opwarming van de aarde. In het Klimaatverdrag van Parijs heeft Nederland afgesproken om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Daarom is in Nederland de Klimaatwet ingevoerd. Hierin is het doel opgenomen om in 2030 een CO2-vermindering van 49% te hebben behaald ten opzichte van 1990 en in 2050 een vermindering van 95%. Ook willen we onze elektriciteit dan 100% duurzaam opwekken. Vervolgens hebben alle overheden en diverse andere partijen samen het Klimaatakkoord opgesteld. Daarmee is afgesproken dat in 2050 alle huizen aardgasvrij zijn, waarvan de eerste 1,5 miljoen voor 2030. 

Aardgasvrij wonen betekent dat we geen aardgas meer gebruiken om te koken, ons huis te verwarmen of water te verwarmen. Als voorbereiding hierop stelt elke gemeente in Nederland uiterlijk 2021 een Transitievisie Warmte vast. Met deze visie laten wij zien hoe de verschillende wijken in Assen aardgasvrij kunnen zijn. Voor de wijken die we voor 2030 aardgasvrij willen maken, geven wij aan welke alternatieven voor het gebruik van aardgas in beeld zijn. Per wijk werken we de visie samen met inwoners verder uit in wijkuitvoeringsplannen. Elke vijf jaar herzien we de visie, om flexibel in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen. 

Voor elke wijk in Assen is gekeken welke alternatieven voor aardgas mogelijk zijn. In principe zijn er drie varianten: een warmtenet, elektriciteitsnet of een gasnet. Welke variant de voorkeur heeft is bepaald aan de hand van wijkkenmerken (zoals bouwjaar, bebouwingsdichtheid, corporatiebezit en warmtevraag) en de voor Assen beschikbare warmtebronnen. Op basis hiervan is de routekaart 2050 en de strategie voor 2030 opgesteld.

Bij het opstellen van de visie zijn we in gesprek gegaan met diverse partijen, zoals onder andere onze netbeheerder Enexis, woningcorporaties Actium en Woonservice en het Drents Energieloket. Inwoners zijn gevraagd om mee te denken tijdens een online energiecafé en diverse webinars. Ook zijn we hierover in gesprek gegaan met ons Energieplatform, een groep van 50 Assenaren  die meedenken over de energietransitie.

Assen heeft ruim 32.000 woningen. We willen de tijd tot 2050 benutten om deze opgave stap voor stap aan te pakken en tijdig te beginnen. Ook leveren we daarmee een bijdrage aan de nationale opgaven om voor 2030 1,5 miljoen huizen aardgasvrij te maken. We starten in twee wijken. In Kloosterveen gaan we onderzoeken of individuele oplossingen zoals all-electric haalbaar en betaalbaar ingezet kunnen worden als alternatief voor aardgas. In de buurt Beek en omgeving in de Lariks zijn we al gestart met onderzoek naar een collectieve oplossing. Voor de andere wijken in Assen, de oudere wijken, wordt ingezet op een warmtenet of een nog nader te bepalen alternatief. Dit maakt dat deze wijken nu nog minder geschikt zijn om te starten.

Er zijn verschillende subsidies voor particuliere huiseigenaren beschikbaar, voor zowel zonnepanelen als warmtepompen en zo nodig het nemen van aanvullende isolatiemaatregelen. Zo is er via de Rijksdienst voor Ondernemen Nederland (RVO) subsidie te krijgen voor de aanschaf van een warmtepomp: de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE). De hoogte van het subsidiebedrag hangt af van het type warmtepomp en de energieprestatie en kan oplopen tot 40% van de aanschafkosten. Uiteraard ontvangt u bij de verdere uitwerking van de plannen hier alle informatie over. Ook op de site van het Drents Energieloketexterne-link-icoon is meer informatie over subsidies te vinden. Binnen het Nationaal Warmtefonds komt er mogelijk subsidie voor projecten die wijkgericht worden aangepakt. Dit biedt kansen voor Kloosterveen en waar mogelijk zullen we hier zeker op inspelen. 

Het is nu niet verplicht om van het aardgas af te gaan. In het Klimaatakkoord is wel afgesproken dat het Rijk met wetgeving komt om, indien nodig, gebouwen van het aardgas af te halen. In onze ogen zou dat geborgd moeten worden met een zorgvuldig proces en democratische besluitvorming.