Logo van Gemeente Assen dat doorverwijst naar de homepage van Gemeente Assen
Logo van Gemeente Assen dat doorverwijst naar de homepage van Gemeente Assen

Verduurzamingsmaatregelen gemeentelijke pachtgronden

Op deze pagina leest u de verduurzamingsmaatregelen ten aanzien van de pachtgronden van ons. Deze eisen zijn opgesteld om een verantwoord gebruik van de gronden te waarborgen, de bodemkwaliteit op lange termijn te behouden, biodiversiteit te stimuleren en negatieve milieueffecten te beperken. Hiermee draagt de verpachting van gronden bij aan onze bredere duurzaamheidsdoelstellingen.

Verduurzamingsmaatregelen

Op akkerland moeten minstens 3 maatregelen worden uitgevoerd.
Op grasland geldt dat minstens 2 maatregelen nodig zijn.

Voor sommige graslandpercelen geldt deze eis niet. Dat komt doordat er al beperkingen zijn voor het gebruik van die grond. Bij deze percelen wordt dit duidelijk aangegeven. De maatregelen vindt u hieronder op deze pagina.

Verder gelden de volgende algemene eisen voor elke pachter: 

Verder gelden de volgende algemene eisen voor elke pachter: 

  1.  Een verbod op de teelt van bollen, lelies, prei en uien (vanwege het intensieve gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de bodemdegradatie (bollen) die deze teelten met zich meebrengen). De teelt van uien en prei is wel toegestaan als wordt aangetoond dat er wordt gewerkt volgens de Skal-richtlijnen.
  2. Alle gewassen dienen gerooid te worden voor 1 november (om structuurbederf van de bodem te voorkomen) *
  3. Grasland mag niet worden gescheurd tenzij de verpachter hiervoor schriftelijk toestemming heeft verleend (ouder grasland is beter voor de biodiversiteit en de CO2 opslag) **
  4. Rotatie aardappelen minimaal 1:3 conform regelgeving (om het risico op bodemziektes te beperken)
  5. Het volvelds gebruik van glyfosaat is maximaal eens in de 3 jaar eenmalig toegestaan. Het gebruik dient vooraf te worden gemeld (info@saltusrentmeesters.nl).
  6. In aanvulling op bovenstaande is pleksgewijze behandeling toegestaan uitsluitend na afstemming met en na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de verpachter (info@saltusrentmeesters.nl). Het streven is erop gericht om minder middelen te gebruiken.
  7. Het volvelds doodspuiten van grasland is uitsluitend toegestaan indien er schriftelijk goedkeuring door de pachter is verleend voor het scheuren (zie 3). 
  8. Het slaan van een bron voor beregening is uitsluitend toegestaan nadat vooraf schriftelijk toestemming is gegeven door de verpachter info@saltusrentmeesters.nl

* Als de omstandigheden ruim voor 1 november zodanig zijn dat er geen machines op het land kunnen, kunnen wij hier ontheffing voor geven, welke ontheffing dan tijdig per mail (info@saltusrentmeesters.nl) dient te worden aangevraagd en worden verkregen. 

**Als de kwaliteit van het gras zeer slecht is, kunnen wij op verzoek toestemming geven om het grasland te scheuren. Ook dat verzoek moet vooraf per mail (info@saltusrentmeesters.nl) worden aangevraagd en worden verkregen. Het scheuren van grasland was altijd al verboden op basis van het pachtcontract.

Maatregelen Akkerbouw

Hieronder staan de maatregelen beschreven waaruit gekozen kan worden. Deze gelden voor alle akkerbouwmatige teelten, ook die van voedergewassen.

1. Ruige mest/compost

Ruige mest/compost

Waterberging vergroot, meer bodemleven, minder uitspoeling, voer voor weidevogels

Compost en ruige mest brengen veel organische stof in de bodem, meer dan met drijfmest. Het organische stofgehalte zal langzaam stijgen en gedurende het groeiseizoen zullen geleidelijk meer voedingsstoffen beschikbaar komen voor het gewas. Beide meststoffen verbeteren het bodemleven, wat bijdraagt aan ziekteonderdrukking. Een hoger organisch stofgehalte zorgt ervoor dat nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen beter worden vastgehouden. Ook wordt het waterbergend vermogen van de grond hierdoor beter. Het structureel verhogen van koolstof in de bodem draagt bij aan de klimaatmitigatie.

Uitvoering:

  • Er dient minimaal een keer per 3 jaar gemiddeld 10 ton/ ha compost of vaste mest te worden ingezet op het volledige areaal van de gepachte grond.

Borging:

  • U wordt gevraagd om binnen een week na toediening foto’s toe te sturen naar info@saltusrentmeesters.nl van de hoop mest/compost en het uitrijden hiervan waarbij herkenbare elementen te zien zijn zodat herleidbaar is waar de foto is gemaakt.
2. Minder grondbewerking

Door toepassen van niet-kerende grondbewerking (NKG) blijft de organische stof actief en boven in het profiel. Dat komt het bodemleven en retentievermogen van water, nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen ten goede. Het verlaagt ook het risico op wind- en watererosie. Minder grondbewerkingen zorgt bovendien voor een vermindering van verbruik van energie en arbeid. 

Uitvoering:

Minimumeis: 75% van gepacht oppervlak akkerland wordt NKG toegepast. NKG is een containerbegrip; het begrip wordt getypeerd door het doel, maar er is geen volledig eenduidige uitleg over de te gebruiken machines en instellingen bij toepassing van NKG. Oppervlakkige NKG-bewerking kan gedaan worden via een rotoreg, schijveneg, decompactor, vleugeltand- of ganzenvoetcultivator, pennenvrees, of verkruimelrol. Ook diepe bewerking kan ook onder niet-kerende grondbewerking vallen, wanneer een vaste-tandcultivator met verticale tanden door de grond trekt, en de grond dus niet gekeerd maar enkel gewoeld wordt. De ecoploeg valt niet onder NKG, maar is wel een vorm van verminderde grondbewerking (organische stof blijft boven in de bouwvoor) en wordt daarom ook meegenomen in deze maatregel.

Borging: 

U wordt gevraagd om binnen een week na de activiteit foto’s toe te sturen naar info@saltusrentmeesters.nl van de op dat moment uitgevoerde bewerking waarbij herkenbare elementen te zien zijn zodat herleidbaar is waar de foto is gemaakt. 

3. Mechanisch onderwerken vanggewas zonder vooraf doodspuiten

Hierbij gaat het om het helemaal afzien van het doodspuiten van vanggewas (dus zonder gebruik te maken van de mogelijkheid om eens per drie jaar volvelds dood te spuiten) Minder milieubelasting, meer bodemleven. Het toepassen van een vanggewas, c.q. groenbemester, na de teelt beperkt de uitspoeling van stikstof naar het grond- en oppervlaktewater en bevordert de opbouw van organische stof. Na mais is een vanggewas al langere tijd verplicht. Door het vanggewas in het voorjaar onder te werken dient het als bron voor geconserveerde nutriënten voor het hoofdgewas. Daarnaast kunnen sommige groenbemesters aaltjesontwikkeling remmen (bladrammenas) of dienen als voedergewas (gras en rogge). 

Uitvoering:

De meeste vanggewassen kunnen mechanisch ondergewerkt worden met een frees of cultivator. Het moeilijkste is dat met grasachtige (bijvoorbeeld gras en rogge) die een zode hebben gevormd. Dit kan wel mechanisch worden ondergewerkt met zo nodig een extra bewerkingsstap (bijvoorbeeld eerst maaien en maaisel afvoeren, daarna bijvoorbeeld frezen en/of eco-ploegen). Het mechanisch onderwerken kan voor meer rijschade op het perceel zorgen, maar er is gekozen om de vermindering van chemische middelen zwaarder te wegen dan eventuele vermindering van bodemstructuur. 

Borging: 

  • U wordt gevraagd om binnen een week na de activiteit foto’s toe te sturen naar info@saltusrentmeesters.nl van het onderwerken van het vanggewas in het veld, met duidelijk het vanggewas in beeld waarbij herkenbare elementen te zien zijn zodat herleidbaar is waar de foto is gemaakt. 
4. 40% rustgewassen in bouwplan

Rustgewassen worden meegenomen als hoofdgewas en hebben een positief effect op de bodem. Voorbeelden zijn granen (o.a. winter- en zomertarwe), vlinderbloemigen (luzerne, erwten, tuinbonen en sojabonen) en grassen (o.a. Engels raaigras). Rustgewassen kunnen stikstof uit de lucht opslaan in de bodem (vlinderbloemigen), in de winter stikstof vasthouden om uitspoeling te voorkomen (wintergraan), meer organische stof in de bodem conserveren en afgeven dan rooivruchten, het bodemleven stimuleren en de structuur van de bodem bevorderen (diep wortelende gewassen, waarvan de wortels tot op circa 100 cm diepte reiken). Door in de rotatie 40% rustgewassen in te bouwen, krijgen percelen genoeg hersteltijd in een bouwplan met rooivruchten en maïs. Mais wordt niet gezien als rustgewas omdat die moeizaam een positieve organische stofbalans realiseert, ook met rundveedrijfmest. 

Uitvoering:

  • Bouwplan van gepachte perceel of percelen. In de komende 3 jaar worden minimaal in 1 van de 3 jaren een rustgewas verbouwd. Op alle gepachte percelen moet dus gedurende 3 jaar minimaal 1 jaar een rustgewas worden verbouwd.

Borging: 

  • Saltus toets met Boer&Bunder het desbetreffende perceel en/of percelen.

Hieronder een overzicht van rustgewassen.

Rustgewassen
Granen:
Wintertarwe
Zomertarwe
Wintergerst
Zomergerst
Triticalen
Quinoa
Vlinderbloemigen:
Erwten
Tuinbonen
Sojabonen
Grassen:
Grasland
Engels Raaigras
Rietzwenkgras
Gras/klaver
5. Bloeiende akkerranden c.q. bufferstroken

Minder milieubelasting, meer biodiversiteit, mooie bloemenranden

Akkerranden voorzien insecten – en dus ook vogels en vleermuizen - van voedsel en schuilgelegenheid. Akkerranden kunnen daarnaast zorgen voor minder drift en af- en uitspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Randen kunnen ook gezaaid worden op onrendabele delen van het perceel (kopakkers). 

Uitvoering:

Er is de keuze voor eenjarige of meerjarige randen. Randen inzaaien bij voorkeur met vals zaaibed om veronkruiding te beperken. 

Minimumeis van deze maatregel: De ingezaaide akkerrand of overhoek (kopakker) dient minimaal 2,5% van het gepachte perceel te beslaan.

Een andere variant op deze maatregel die biodiversiteit bevordert is de aanplant van ‘vogelgraan’. Dit wordt minder dicht ingezaaid dan gangbaar, waardoor akkervogels meer ruimte hebben om in het graan te broeden of naar voedsel te zoeken. Grasland c.q. kruidenrijk grasland volstaat niet als bloeiende akkerrand zijnde. Juiste gewascode voor Gecombineerde opgave is 1926 – Agrarisch natuurmengsel. 

Borging: 

Fysieke controle en inmeting van de betreffende oppervlakten.

6. Mechanische onkruidbestrijding

Minder milieubelasting, betere bodemkwaliteit

Onkruid kan naast chemisch ook mechanisch bestreden worden. Er worden steeds meer machines ontwikkeld die zo efficiënt mogelijk onkruid wieden, zonder schade aan het gewas aan te brengen. Door te eggen of schoffelen zijn minder herbiciden nodig. Dit vermindert de milieubelasting en voorkomt resistentieontwikkeling van onkruiden.

Borging: 

  • U wordt gevraagd om binnen een week na de activiteit foto's toe te sturen naar info@saltusrentmeesters.nl van de mechanische onkruidbestrijding in het veld waarbij herkenbare elementen te zien zijn zodat herleidbaar is waar de foto is gemaakt. 
7. Strokenteelt

Weerbaar gewas, biodiversiteit. Door verschillende gewassen (en/of rassen) in stroken (6-12 meter) naast elkaar te telen ontstaat er een grotere gewasdiversiteit op ruimtelijke schaal. Hierdoor verspreiden plantenziektes zich minder gemakkelijk en hebben natuurlijke vijanden gedurende het hele jaar voldoende voedsel en schuilplaats. Daarnaast kunnen gewassen elkaar versterken; zo zorgt grasklaver bijvoorbeeld voor een goede stikstofhuishouding, waar ook omringende planten baat bij hebben. De gewasstroken kunnen eventueel afgewisseld worden met bloemenstroken. Door de verscheidenheid aan gewassen neemt biodiversiteit toe.

Borging: 

  • Saltus toetst met Boer&Bunder het desbetreffende perceel en/of percelen + fysieke borging.
8. Binnen een periode van 3 jaar eenmalige teelt van een eiwithoudend gewas in de pachtperiode

Circulaire landbouw. Door de teelt van eiwithoudende gewassen als hoofdgewas voor de melkveehouderij (zoals luzerne, rode klaver, esparcette, sojabonen, lupine, etc.) hoeft er minder krachtvoer geïmporteerd te worden vanuit het buitenland. De meeste eiwithoudende gewassen dragen ook bij aan bodemstructuur en past goed in het streven naar kringlooplandbouw. Binnen een pachtperiode van 3 jaar wordt deze teelt tenminste 1 keer toegepast. 

Uitvoering:

Eén keer in de drie jaar wordt op minimaal 35% van het cluster een eiwithoudend gewas geteeld.

Borging: 

  • Saltus toets met Boer&Bunder het desbetreffende perceel en/of percelen.
9. Rotatie aardappelen 1:4

De aardappelteelt vraagt veel van de bodem: er gaat organische stof verloren, het regelmatig berijden vraagt om herstel van bodemstructuur, naar verhouding wordt er intensief gewasbescherming toegepast, etc. Daarnaast bevorderen de aardappelen gewas specifieke aaltjes. Om de bodem voldoende rust te geven (fysisch en biologisch) is het aan te raden om aardappelen te telen in een rotatie van 1:4 (of minder), ongeacht welk type aardappelen. Daardoor wordt de kans op het ontstaan van (on)herstelbare bodemziektes verkleint en heeft de structuur langer de tijd om te herstellen.

Borging: 

  • Saltus toets met Boer&Bunder het desbetreffende perceel en/of percelen.

Maatregelen grasland

Een deel van de verpachte percelen wordt gebruikt als grasland. Uit de set maatregelen voor de akkerbouw kan een melkveehouder kiezen voor het toepassen van ruige mest/compost (1) of de aanleg van akkerranden (5). Onderstaande lijst bevat maatregelen die specifiek zijn voor de melkveehouderij. 

1. Weidegang

Koegezondheid, minder stikstofuitstoot, mooi landschap. Allereerst versterkt het beeld van grazende koeien de belevingswaarde van het landschap bij de burger. Veel weidegang bevordert daarnaast spier- en skeletontwikkeling bij de koe. Verder bevat weidegras een hoger eiwitgehalte dan kuilgras en kan er daarom op krachtvoer bespaard worden. Ten slotte draagt weidegang bij aan de vermindering van ammoniakuitstoot. Koeien urineren en poepen over het algemeen niet op dezelfde plek in het weiland. Ammoniakuitstoot ontstaat wanneer urine en mest vermengen; dit zal in de wei minder snel gebeuren dan in de stal. 

Uitvoering:

  • Pachtpercelen zijn meestal de veldkavels voor de boerderij. Daardoor is de beweiding op pachtpercelen in de regel beperkt tot jongvee en slachtvee.
  • De ondernemer krijgt een waardering voor het beweiden van de pachtpercelen. 

Borging: 

 U wordt gevraagd om binnen een week na start beweiding foto’s toe te sturen naar info@saltusrentmeesters.nl + fysieke borging. Op de foto’s moeten herkenbare elementen te zien zijn zodat herleidbaar is waar de foto is gemaakt.

2. Kruidenrijk grasland

Koegezondheid, biodiversiteit, landschap, waterhuishouding. Er zijn verschillende typen kruidenrijk grasland: (1) Grasland met kruiden die worden meegemaaid met het gras en niet tot bloei komen. Die kruiden versterken de bodemstructuur en bodembiodiversiteit (en gezondheid van koeien) en (2) kruidenrijk grasland dat tot bloei gaat komen, veelal geconcentreerd langs randen van percelen (sloot!). Die kruiden komen veelal wel tot bloei en hebben een sterkere bijdrage aan biodiversiteit dan de eerste.Een diverse begroeiing trekt een ruime variatie aan insecten en vogels aan; wat niet alleen goed is voor de soortenrijkdom maar ook positief is voor het landschap. Daarnaast zorgt de diepere beworteling van sommige kruiden voor een betere opname van nutriënten en water. Zeker met het oog op de droogte van afgelopen zomers is die laatste eigenschap belangrijk.

Uitvoering:

Het grasland dient bij het RVO te zijn aangemeld als kruidenrijk grasland en voldoen aan de eisen van het RVO. Als doorzaaien niet voldoende is om tot kruidenrijk grasland te komen wordt er toestemming gegeven om het grasland te scheuren om het opnieuw te kunnen inzaaien. 

Borging: 

  • U wordt gevraagd om binnen een week na het doorzaaien, dan wel opnieuw inzaaien foto’s toe te sturen naar info@saltusrentmeesters.nl waarbij herkenbare elementen te zien zijn zodat herleidbaar is waar de foto is gemaakt. Als er reeds sprake is van kruidenrijkgrasland dan dienen hier foto’s van te worden opgestuurd.
3. Sleepslangbemesting

Minder stikstofemissie. Bij sleepslangbemesting wordt mest verdund met water en vervolgens vanaf de kant via slangen het perceel opgepompt. Op deze manier hoeft er geen zware voorraad mest/water over het perceel te rijden; zo wordt bodemverdichting beperkt. Daarnaast bevordert deze manier van toediening de benutting van stikstof en gaat de emissie van ammoniak tegen.

Uitvoering:

In ieder geval de eerste bemesting in het voorjaar wordt via sleepslang toegepast.

Borging: 

  • U wordt gevraagd om binnen een week na de activiteit foto’s toe te sturen naar info@saltusrentmeesters.nl van het sleepslangen. Op de foto’s moeten herkenbare elementen te zien zijn zodat herleidbaar is waar de foto is gemaakt.
4. Geen bemesting

Minder stikstofemissie. Er kan een reden zijn voor een pachter om niet te bemesten op het gepachte perceel. Dat leidt tot een lagere ammoniakemissie voor dat perceel en meer kans op hogere biodiversiteit.

Borging: 

  • Fysieke borging