Bosplantsoen en snoeihout
In de winter snoeien we struiken en bosplantsoen. Bosplantsoenen bestaan uit een mix van bomen, struiken en planten.
We verwijderen een deel van de bomen en struiken in het bosplantsoen. Dit noemen we dunnen. Zo krijgen de overgebleven bomen en struiken meer licht en groeiruimte. Sommige struiken worden gesnoeid om ze te verjongen. Direct na het dunnen en snoeien ziet het bosplantsoen er wat kaal uit.
Dit onderhoud doen we om te zorgen voor genoeg afwisseling in bomen, planten en struiken. Hierbij wordt steeds een deel aangepakt. Zo blijven er altijd dichtbegroeide plekken over waar dieren kunnen schuilen.
Waarom blijft op sommige plekken snoeihout liggen?
In de gemeentelijke plantsoenen leven veel dieren zoals vogels en egels. In het bos en op de brede groenstroken laten we snoeihout en dode bomen liggen of staan. Voor de natuur is dood hout in het bos belangrijk. Daar groeien mossen en paddenstoelen op. Vogels eten de insecten die op het dode hout leven. Daarom laten we soms bomen liggen na het zagen of snoeien.