De (ruige) geschiedenis van… de TT-campings
Met honderd jaar TT en vijftig jaar TT festival is 2025 een historisch jaar. In de Berichten van de Brink duiken we in aanloop naar de TT in het verleden van zowel de race als het festival. Eerder schreven we al over het ontstaan van het TT circuit en het TT Festival; nu duiken we in de (ruige) geschiedenis van de TT-campings.
De TT-campings zijn een echte traditie in en rondom Assen. Elk jaar trekken duizenden motorsportfans naar de campings voor een paar onvergetelijke dagen. Het begon allemaal in de jaren ’20, toen bezoekers van de TT de nacht doorbrachten in hooischuren bij lokale boeren. Uit die bescheiden start zijn de TT-campings gegroeid zoals we ze nu kennen. Wij spraken met François Kloosterhuis over hun ruige geschiedenis. Kloosterhuis was namens de gemeente Assen jarenlang verantwoordelijk voor de veiligheid op de campings.
Té bont
“De campings zoals we die nu kennen, begonnen pas echt op te leven in de jaren ’60,” gaat Kloosterhuis van start. “Het was er altijd gezellig en een beetje chaotisch – precies zoals je het verwacht. Maar op een gegeven moment werd het toch wat té bont. Zo was het heel normaal dat er een vrachtwagen vol hout het terrein op kwam rijden, puur om er een flink kampvuur van te maken. Dit was natuurlijk niet meer te verantwoorden.”
Hoogspanningsmast beklimmen
Ook spellen als ‘wie het eerst boven in de hoogspanningsmast zit’ waren destijds berucht én razend populair op de campings. “En het mooie was: dit waren al door de gemeente toegestane activiteiten,” verduidelijkt Kloosterhuis. “Eerder werden er bijvoorbeeld motorblokken meegenomen. Deze werden – met een sigaret in de mondhoek – voorzien van benzine en aangeslingerd. Puur voor het lawaai.”
Systeem op de schop
Totaal onverantwoord natuurlijk. Maar dat besef drong pas later door. “Samen met onze brandweercommandant zagen we het gebeuren en dachten: dit kan écht niet,” vervolgt Kloosterhuis. “Net als hij was ik net in dienst en we wilden hier iets aan veranderen.” Kloosterhuis en zijn collega’s doken vervolgens in de bestaande regels en besloten het hele systeem op de schop te nemen. “Veel regels bleken wettelijk gezien helemaal niet te mogen. En andere bestonden wel op papier, maar daar werd simpelweg niet op gehandhaafd.”
Juridisch uniek
“En dit gingen wij vanaf 2000 wél doen. We spraken af: alle regels die we nu opstellen, daar handhaven we ook op.” Eén van die regels noemt Kloosterhuis met zichtbaar plezier. “Omdat het over de juridisch unieke term ‘kampeervreemde artikelen’ gaat,” zegt hij enthousiast. “Wat houdt dit nou in? Heel simpel: attributen die je niet meeneemt naar de camping in Frankrijk, neem je ook niet mee naar een TT-camping. Een aardappelkanon neem je niet mee op vakantie. Dus ook niet naar een TT camping. En die vrachtwagenlading aan hout? Nee, ook die neem je niet mee op vakantie. Dus ook niet naar Assen.”
Streng handhaven
Met de kakelverse regels op papier én de handhaving hierop werd het in de loop der jaren steeds veiliger op de TT-campings. “In de eerste jaren moesten we nog streng handhaven, want bezoekers probeerden natuurlijk wel om die ‘kampeervreemde artikelen’ mee te smokkelen. Maar na een paar jaar werd dit steeds minder en konden de campingbazen het van ons overnemen.”
Ruig maar veilig
“Hiermee werd de situatie dus een stuk veiliger”, vervolgt Kloosterhuis, die aangeeft dat het ‘ruige karakter van de TT’ niet is verdwenen van de campings. “Zeker niet. Want bezoek de campings de komende TT maar eens; je komt nog altijd de meest vreemde dingen tegen waarvan je misschien denkt: ‘is dit wel veilig?’ Maar dat is het dan inderdaad wel. Vuur wordt bijvoorbeeld nu ‘gewoon’ in bakken opgestookt en niet meer op een open terrein. Hiermee blijft het ruige karakter behouden, maar wél met oog voor veiligheid.’’