Toelichting formulier vergunning tot tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet

Toelichting op het formulier “aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet” 

1. Algemene informatie

De Leegstandwet voorziet in de mogelijkheid om leegstaande woonruimte in een gebouw of in een voor de verkoop of sloop of vernieuwbouw bestemde woning tijdelijk te verhuren. Daarvoor is een vergunning nodig van burgemeester en wethouders van de gemeente, waarbinnen de woning of het gebouw is gelegen. Tijdelijke verhuur kan alleen bij:

A. woonruimte in een gebouw; Met een gebouw wordt het bouwwerk bedoeld dat dat door zijn constructie of inrichting bedoeld is voor doeleinden van groepsgewijze huisvesting, van verzorging of verpleging, van logiesverschaffing, van administratie of van onderwijs of voor een samenstel van twee of meer van deze doeleinden.

B. woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning dat:  1. nooit bewoond is geweest (zoals een nieuwbouwwoning of een bestaand gebouw dat voor de eerste keer tot woonruimte wordt gebruikt), of
2. Tijdens  een tijdvak van minimaal  twaalf maanden vooraf het tijdstip waarop de woning helemaal is komen leeg te staan, onafgebroken geheel of grotendeels door de eigenaar als eigenaar bewoond is geweest, of
3. in haar geheel binnen een tijdvak van twaalf maanden vooraf aan het tijdstip van leegkomen voor bewoning is gereedgekomen en gedurende het overblijvende gedeelte van dat tijdvak onafgebroken geheel of grotendeels door de eigenaar als eigenaar bewoond is geweest, of
4. gedurende een tijdvak van tien jaar vooraf aan het tijdstip waarop de vergunning om tijdelijk te verhuren is aangevraagd, niet langer dan gedurende een wel of niet niet aaneengesloten tijdvak van drie jaar geheel of grotendeels als woonruimte verhuurd is geweest.

C. woonruimte in een voor verhuur bestemde woning die tijdens het aanvragen van de vergunning bestemd is voor afbraak of voor vernieuwbouw. In alle overige gevallen is deze regeling van tijdelijke verhuur niet van toepassing. Zoals aangegeven is vergunning vereist van burgemeester en wethouders van de gemeente, waarbinnen de woning of het gebouw, dat mensen tijdelijk willen verhuren, is gelegen. Wanneer de gevraagde vergunning wordt verleend, zijn de artikelen 206 lid 3, 232, 242, 269 leden 1 en 2, 270 leden 4 tot en met 8, 272 tot en met 277, 278 leden 1 en 2 en 281 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek op de huurovereenkomst van tijdelijke huur en verhuur niet van toepassing. Dit betekent dat de huurder na afloop van de tijdelijke huurovereenkomst geen aanspraak heeft op huurbescherming als gevolg van ingevolge het Burgerlijk Wetboek. In plaats daarvan zijn de dwingende voorschriften over huurbescherming van de Leegstandwet van toepassing (artikel 16).

De verschuldigde huurprijs voor woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning kan vrij overeengekomen worden tussen de verhuurder en de huurder. De verschuldigde huurprijs voor woonruimte in een gebouw en voor woonruimte in een voor afbraak of voor vernieuwbouw bestemde woning kan niet hoger zijn dan de door burgemeester en wethouders in de vergunning vermelde huurprijs. Burgemeester en wethouders leggen aan de bepaling van deze huurprijs het woningwaarderingsstelsel van het Besluit huurprijzen woonruimte ten grondslag. De in de vergunning vastgelegde huurprijs treedt in de plaats van een hogere huurprijs wanneer deze tussen partijen zou zijn overeengekomen. Een vergunning voor woonruimte in een gebouw voor het gebruik waarvan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend, wordt verleend voor de duur van de omgevingsvergunning met een maximum van 10 jaren. Deze vergunning kan niet verlengd worden. Een vergunning voor woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning wordt verleend voor de periode van 5 jaren. Deze vergunning kan niet verlengd worden. Een vergunning voor woonruimte in een gebouw voor het gebruik waarvan geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend, wordt verleend voor een periode van 2 jaren. Deze vergunning kan iedere keer verlengd worden met 1 jaar tot de gehele duur van de vergunning (inclusief de verlengingen) 10 jaren bedraagt. Een vergunning voor woonruimte in een voor verhuur bestemde woning die is bestemd voor afbraak of voor vernieuwbouw wordt verleend voor 2 jaren. Deze vergunning kan iedere keer verlengd worden met 1 jaar tot de gehele duur van de vergunning (inclusief de verlengingen) 7 jaren bedraagt.

2. Toelichting over de invulling Punten 1 en 2

De naam en het adres van de eigenaar van de woonruimte, net zoals de aard en de plaatselijke aanduiding van de woning of het gebouw moeten worden vermeld. Eventueel kan worden volstaan met de kadastrale aanduiding van het perceel waar de woning of het gebouw is gelegen. Onder eigenaar wordt verstaan degene, die bevoegd is tot het in gebruik geven van een woning of een gebouw.

Punt 3

In de eerste plaats moet u een van de vakken A, B, of C aankruisen. Dit is afhankelijk van de woonruimte waarvoor u de vergunning aanvraagt. Wanneer u vak A hebt aangekruist moet u ook een ondervak aankruisen.

Over het onderwerp woonruimte waarvan voor het gebruik ervan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend. Het gaat dan bouwwerken die eigenlijk geen woonbestemming hebben maar waarvoor in de omgevingsvergunning een tijdelijke ontheffing is verleend, waardoor ze als woonruimte gebruikt mogen worden gedurende de in die vergunning aangegeven termijn. In dit geval wordt u gevraagd om een kopie van de  omgevingsvergunning die daar over gaat bij uw aanvraag te voegen. Dit gaat over het onderwerp woonruimte in een gebouw waarvan voor het gebruik ervan geen omgevingsvergunning is vereist. Het gaat over gebouwen die al een woonbestemming hebben. Wanneer u vak B hebt aangekruist, moet u aangeven welk ondervak van toepassing is. Wanneer  u vak C heeft aangekruist, moet u ook de datum aangeven wanneer de afbraak of vernieuwbouw van de woning zal plaatsvinden. Het formulier bevat de wettelijke teksten. (zie ook de algemene informatie in deze toelichting)

Punt 4

De vragen onder dit punt moeten alleen beantwoord worden wanneer  het om een woonruimte gaat in een voor verkoop bestemde woning (wanneer u bij punt 3 B heeft aangekruist). Wanneer u de aanvraag indient als natuurlijke persoon, mag u tegelijkertijd maximaal 2 woonruimten in een voor verkoop bestemde woning verhuren met een vergunning vanuit de Leegstandwet. Het gaat hier om nog geldende vergunningen voor woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning. Hieronder wordt ook verstaan vergunningen die gaan om twee woonruimten in dezelfde woning als woonruimten in twee verschillende woningen. Het gaat ook om vergunningen die zijn afgegeven door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar u deze aanvraag indient, als vergunningen voor woonruimte in andere Nederlandse gemeenten. U moet een kopie van deze nog geldende vergunning mee sturen bij dit aanvraagformulier. Alleen vergunningen voor woonruimte in voor de verkoop bedoelde woningen moeten worden gemeld. Geldende vergunningen voor woonruimte in een gebouw en of in een woning bedoeld voor sloop- of vernieuwbouw worden niet meegerekend en hoeven dus ook niet vermeld te worden.

Punt 5

Onder dit punt worden de naam en het huidige adres van de aanstaande tijdelijke huurder(s) en het aantal personen genoemd dat in de woonruimte tijdelijk zal worden gehuisvest. Daarna wordt ook de overeengekomen huurprijs vermeld. Over woonruimte in een voor de verkoop bedoelde  woning bent u zelf vrij een huurprijs met de huurder overeen te komen.

Bij woonruimte in een gebouw of woonruimte in een voor sloop- of vernieuwbouw bestemde woning stellen burgemeester en wethouders de maximale huurprijs vast. Burgemeester en wethouders leggen aan de berekening van de huurprijs het woningwaarderingsstelsel ten grondslag. Wanneer u een hogere huurprijs bent overeengekomen dan de door burgemeester en wethouders vastgestelde maximale huurprijs, dan treedt de door burgemeester en wethouders in de vergunning vastgestelde huurprijs in de plaats van de overeengekomen huurprijs.

Punt 6

Onder dit punt hoort een omschrijving van de tijdelijk te verhuren woonruimte (eengezinswoning, etagewoning, portiekwoning, etc.) te worden vermeld.

Punt 7

Onder dit punt hoort u aan te geven of u voor dezelfde woonruimte eerder een vergunning voor tijdelijke verhuur vanuit de Leegstandwet heeft aangevraagd, en  wat de einddatum van die vergunning (inclusief de verlengingen) was. Een vergunning voor dezelfde woonruimte wordt alleen  verleend wanneer die woonruimte voor de duur van tenminste 5 jaren onmiddellijk van te voren  het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend, werd verhuurd of gebruikt zonder vergunning vanuit  de Leegstandwet. Met andere woorden: er moet een periode van 5 jaren zijn tussen twee vergunningen tot tijdelijke verhuur vanuit  de Leegstandwet.

Punt 8

De verhuurder moet hier aangeven om wat voorreden hij tot deze aanvraag overgaat. Dit zal bijvoorbeeld kunnen zijn besloten  verkoop, verbouwing of afbraak. Ook overige van belang zijnde gegevens dienen onder dit punt te worden vermeld, zoals de ingangsdatum van de leegstand en de reden waarom geen normale huurovereenkomst kan worden aangegaan. Bij besloten verkoop moet  hier ook de vraagprijs te worden vermeld.

Punt 9

Hier kunt u eventuele bijzonderheden vermelden die van invloed kunnen zijn bij de beoordeling van uw aanvraag. Met de ondertekening van de aanvraag verklaart u ook dat u deze naar waarheid hebt ingevuld. Wanneer  u onjuiste gegevens verschaft in de aanvraag, kan u een bestuurlijke boete worden opgelegd die ten hoogste bedraagt het bedrag dat is vastgesteld voor het derde onderdeel , bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht. Vergeet niet de noodzakelijke bijlagen toe te voegen!