Beschermde dieren en planten bij (ver)bouwen

Bij verbouwingen en bij nieuwbouw op braakliggend terrein, moet u rekening houden met de regels voor bescherming van natuur in de Omgevingswet. Het is verboden dat uw plan negatieve gevolgen heeft voor beschermde soorten. Dat geldt vaak ook voor de verblijfplaatsen van beschermde dieren.

Voorbeelden van beschermde diersoorten

De huismus, meerdere vleermuissoorten en de gierzwaluw. De verblijfplaatsen en nesten van deze soorten zijn het hele jaar door beschermd. Deze dieren kunnen onder andere in uw spouwmuur, uw dak of uw tuin zitten.

Heeft uw plan gevolgen voor beschermde dieren?

Om daar achter te komen, laat u een kort onderzoek doen door een ecologisch adviesbureau. Dit heet een quickscan. Deze scan maakt duidelijk of uw plannen gevolgen hebben voor beschermde diersoorten.

Vergunning Flora- en fauna-activiteit aanvragen

Blijkt uit de quickscan dat uw plan negatieve gevolgen heeft voor beschermde soorten? Vraag dan een omgevingsvergunning voor een flora en fauna-activiteit aan bij de Provincie Drenthe.